Wat is het coöperatieve gesprek?


Het coöperatieve gesprek is een techniek en een attitude. De techniek is: vragen stellen bij wat je zelf weet en denkt. De attitude is: willen luisteren, zodat je erachter komt wat de ander weet en denkt. Met je gesprekspartners een onderwerp zonder voorbehoud of vooroordeel grondig willen onderzoeken.
Hoe werkt het coöperatieve gesprek precies?

De eenvoud van reactie en vraag

Een coöperatief gesprek is een afwisseling van vragen en reacties op vragen. Het startpunt is vaak een casus. Naar aanleiding van de casus wordt een onderzoeksvraag geformuleerd. Een eerste deelnemer reageert spontaan en bondig op deze vraag. Hij sluit af met een vraag over de eigen reactie. De volgende deelnemer reageert nu op deze nieuwe vraag en stelt bij de eigen reactie ook weer een vraag. Waarop de volgende deelnemer weer … zo ontstaat er een weefsel van reacties en vragen over de kwestie. Gemiddeld reageert elke deelnemer drie tot vier keer en stelt hij evenveel vragen.

Na de laatste vraag formuleren de deelnemers een drijfpunt. Dat is een voorlopig standpunt dat de onderliggende hoop en vrees van het hele gesprek benoemt. Idealiter wordt het drijfpunt afgesloten met een nieuwe onderzoeksvraag.


Intense gespreksvorm

Het coöperatieve gesprek heeft een eenvoudige vorm, is gelaagd en intens in de uitvoering. Je eerste gesprek zal even wennen zijn. Je zet je opvattingen en overtuigingen opzij. Er is geen ruimte om in de groef van bekende inhoud en oordelen te blijven steken. En passant maak je je nieuwe vaardigheden eigen en doe je nieuwe inzichten op. 

Het mooie is dat alle deelnemers bij elk gesprek in hun rol groeien en beter worden. Voor de gespreksleider geldt: wat zijn geschikte onderzoeksvragen? Welke reacties zijn passend? Welke vragen zijn geschikt? Wanneer grijp ik in, wat laat ik lopen? Hoe behoud ik het overzicht?
En voor de deelnemer geldt: kan ik benoemen wat ik beleef en denk? Vind ik woorden voor wat er in mij gebeurt? Weet ik emoties om te zetten in constructieve gedachten? Heb ik het vermogen mezelf kritisch te beluisteren, mijn belevingswereld open te breken met een vraag? In hoeverre kan ik oordelen uitstellen en meedenken met de ander?


Samen denk je verder

De reactie-vraagstructuur van het coöperatieve gesprek zorgt ervoor dat je een kritische blik werpt op je eigen bewering. Met het stellen van een vraag bij je eigen bewering breek je het eigen gelijk open en geef je een voorzet voor een alternatieve kijk. Je beweegt van wat je meent te weten, richting wat je nog niet weet. De volgende spreker die op jouw vraag reageert, doet hetzelfde. Ook hij beweegt van weten naar niet-weten. Zo ontstaat de beweging die kenmerkend is voor het coöperatieve gesprek. Het hele gesprek deint van weten en niet-weten, op oordelen en het uitstellen van oordelen. Met ieder uitgesteld oordeel verdiept en verbreedt het gesprek zich.

Het coöperatieve gesprek is dus een gezamenlijk denkproces. Bijzonder is de convergerende kracht: de groep ontwikkelt één enkel gedachtespoor. Dat lukt doordat iedereen probeert het spoor van de ander te volgen en doordat deelnemers beurtelings spreken en hardop denken. De winst van dit denken: het geeft grip op wat gezegd en gedacht wordt.


Verschillen met het socratische gesprek

De filosoof Socrates leerde mensen dat ze zorgvuldig en zelfstandig moesten nadenken,in plaats van heersende meningen en vastgeroeste denkpatronen te volgen. Later is zijn aanpak de socratische methode gaan heten. Belangrijke onderdelen van dit denkgesprek: luisteren, vragen stellen bij je eigen en andermans opvattingen, je realiseren dat je vooral veel niet weet. Overeenkomsten genoeg met het coöperatieve gesprek. Wat zijn de verschillen?